Opdracht

 
06/02/2023
Publicatie

Mail Jolande ter Avest

Alle blogs

 

‘Mag ik ook staan?’ Vraagt ze, terwijl ze mijn blik ontwijkt. Ik zeg ‘natuurlijk’. Ze staat op en loopt naar het raam. Ze kijkt naar buiten terwijl ze met haar vingers langs haar broek friemelt. Ik wacht. Ze zegt niks. Na een paar minuten vraag ik wat ze ziet. ‘Niks’ antwoordt ze. Ik sta op en ga naast haar staan. Zo blijven we even staan. Kijkend naar de kinderen die spelen op het plein.

Kinderen op het schoolplein

Mijn gedachten gaan naar de vragen die ik had bedacht. Uit haar hele houding begrijp ik dat deze vandaag ook stellen niet gaat gebeuren. En misschien wel nooit. Ze stapt een stukje bij mij vandaan en kijkt dan het kantoor in. ‘Oranje is mijn lievelings’ zegt ze bijna fluisterend, wijzend op de grote bank. Ik glimlach. Ik vertel haar dat ik het moeilijk vond om te beslissen waar de bank moest staan. ‘Weet jij een betere plek?’ Vraag ik impulsief. Ze loopt naar de deur. ‘Ik denk daar’ zegt ze wijzend naar de langste muur. ‘Daar valt het mooi op.’ ‘Zullen we hem daar eens neerzetten? Wil je me even helpen?’ Ze kijkt me verrast aan en knikt. ‘Ik weet niet of het te zwaar is’. ‘Daar komen we maar op één manier achter.’

Als de bank staat, zegt ze dat de tafel dan naar de andere kant moet. Ik pak een stoel en zij doet hetzelfde. Als we mijn kantoor heringericht hebben zeg ik ‘kom eens zitten’ en wijs naar de stoel tegenover me. ‘Wat denk jij, beter?’ ‘Beter’ bevestigt ze. Ze kijkt me voor het eerst die middag aan. Ik glimlach en bedank haar. ‘We hebben ook nog een lunchruimte die wel wat ‘Elise’ kan gebruiken.’ Ze glimlacht. ‘Best leuk’.

Ik vraag haar wanneer we dat gaan doen. ‘Moeten we niet over mijn vader praten?’ vraagt ze. ‘Ik weet het niet. Wil je dat?’ ‘Ik moet het’ zegt ze, ‘mijn moeder wil dat graag’. ‘Ok, wat wil je zeggen?’ Ze slaat haar ogen neer en het gefriemel begint weer. ‘Misschien beter de volgende keer’ zeg ik geruststellend. Ze knikt. Even later lopen we samen naar de deur.

Als ik haar terugbreng naar haar moeder kijkt deze me vragend aan. ‘We hebben al veel gedaan, maar Elise moet nog wel een keertje terug komen. We zijn nog niet klaar.’ Ik knipoog naar Elise. Ze lacht warempel een beetje.

Als ze de week daarop mijn kantoor weer binnenstapt zie ik direct de opdracht van haar moeder op haar voorhoofd.
Hij weegt zwaar, die opdracht.

 

Publicatie

Mail Jolande ter Avest

Alle blogs

Deel:

Gerelateerd