Je had gebeld. Ik staarde naar de mail en schrok direct. ‘Wat zou er zijn?’ Ik had alweer een paar jaar niet meer van je gehoord. Onze samenwerking afsluiten had ons allebei goed gedaan. Af en toe hoorde ik nog wel eens wat van je en dat waren wisselende berichten, dus ik hield mijn adem in.
Onze gesprekken knetterden, ik kan niet anders zeggen. Meer dan eens heb ik tegen je geroepen ‘doe nou toch eens even normaal!’ Of: ‘dat kan je toch niet maken!’ ‘Wat zou je ervan vinden als zij dit zou doen?’ ‘Je gaat nú je excuses aanbieden’. Je was een hand vol, zeg maar. Één keer verloor ik mijn geduld en dreigde ik boos je zaak neer te leggen. Niet heel professioneel, maar advocaten zijn ook maar mensen.
Ons eerste gesprek staat me ook nog helder voor de geest, zo’n 6 jaar geleden, schat ik. Je vroeg me of ik wel eens van PAS had gehoord, het Parental Alienation Syndrome. Dat had ik. We hadden een gesprek waarin je mij overtuigend aangaf dat je ex-vrouw de kinderen bij je weghield. Bij de vraag of het ook aan jou kon liggen keek je verbaasd op. ‘Dat denk ik niet’ zei je.
Na ons eerste gesprek heb ik nog getwijfeld of ik je zaak zou gaan doen. Je leek me geen makkelijke man. Waarom ik het toch deed? Omdat je toen al kon horen dat het wellicht ook (deels) aan jou zou kunnen liggen. Je antwoord op mijn vraag was: ‘dat denk ik niet’. Dat liet de mogelijkheid voor andere inzichten open.
Al vrij snel kwam ik erachter waarom je ex vrouw, maar ook je kinderen, soms weg kropen als je in de buurt kwam. Je overheersende behoefte aan controle was ook mij niet ontgaan. Ellenlange mails mét bewijzen, zelfgeschreven rapporten waaruit vooral die behoefte heel erg bleek en de inhoud er eigenlijk niet toe deed, het kwam allemaal mijn kant uit. We overleefden onze samenwerking vooral vanwege ons gezamenlijke gevoel voor humor, onze kunde elkaar de waarheid te zeggen en onzer beider kwaliteit om ‘sorry’ te kunnen zeggen én te ontvangen.
Uiteindelijk kwam het goed. Met je kinderen en met ons. Na een psychologisch onderzoek, een lange behandeling, heel veel ingewikkelde eerlijkheid en nog meer knetterende gesprekken.
Na je teruggebeld te hebben hing ik ontroerd op. Je vroeg me voor je bruiloft. Of ik iets wilde zeggen bij de ceremonie. Je stuurde me een foto van je kinderen, je ex-vrouw, jezelf, je verloofde en jullie beider kindje. Er was veel gebeurd de afgelopen jaren. Het was tijd om met je samengestelde gezin een feestje te vieren. Je ex-vrouw zou getuige zijn.
Ik zei ja. En dat ik het waarschijnlijk -heel onprofessioneel- niet droog zou kunnen houden tijdens de ceremonie.