Beste rechter, (deel 1a/ouderonthechting)

 
23/09/2021
Omgang

Mail Jolande ter Avest

Alle blogs

 

Ik was verrast toen ik u zag zitten. Een andere rechter dan aangekondigd. ‘Fijn’, dacht ik direct. Ik ken u als een rechter die altijd, ieder dossier, van top tot teen kent. U kent de details en weet piekfijn waar de pijn zit. Dat was dit keer niet anders.

U draaide er dan ook niet om heen. ‘Waarom vindt u dat de kinderen niet naar vader toe kunnen?’ ‘Vindt u dat u hen genoeg stimuleert om te gaan?’ ‘Wat is er mis met meneer?’ ‘Heeft u die diagnose zelf gesteld?’ ’Heeft uw coach meneer ook onderzocht?’ ‘Vindt u dat de coach van meneer u ook mag diagnosticeren?’ ‘Wat is de oplossing volgens u?’ ‘Experts vinden rust voor de kinderen juist geen goede oplossing. Vindt u dat we naar hen moeten luisteren? ‘Wat gebeurt er als ik wat meneer wenst toewijs?’

Ik moest mezelf even knijpen en hoopte dat ik niet met open mond had zitten luisteren. Ik keek mijn cliënt aan, hij mij. Ik zag voor het eerst in twee jaar iets van hoop in zijn ogen. U vroeg nog meer details en langzaam werd duidelijk dat er iemand in die rechtszaal zat te jokken. De rechter had niet één keer het woord ‘ouderonthechting’ in de mond genomen, en toch stond het levensgroot in de rechtszaal.

‘Mr ter Avest, u heeft gesteld dat moeder de kinderen negatief beïnvloedt, kunt u mij uitleggen waarom u dat denkt?’ Ik schoof mijn pleitnota terzijde. Ik werkte al twee jaar aan dit dossier en ik kon deze vraag eenvoudig beantwoorden. Ik ging van de theorie van ouderonthechting naar de feiten, somde bewijzen op en duidde ze zoals ik dat al twee jaar deed. Ik eindigde met de hoop dat het niet zover zou komen dat de kinderen niet meer bij hun moeder zouden kunnen wonen. Ik vermeed zorgvuldig het woord kindermishandeling omdat rechters dat woord nu eenmaal niet graag horen.

U stelde eenzelfde vraag aan mijn collega. ‘Mr X, u stelt dat vader onveilig is voor zijn kinderen, kunt u mij uitleggen waarom u dat denkt?’ De collega haalde dezelfde redenen aan die we al zo vaak hadden gehoord. Toen stelde u twee simpele vragen: ‘waar zijn uw feiten? Ik zie geen bewijs van uw stellingen?’ De collega gaf aan dat het moeilijk te bewijzen was dat de kinderen het niet fijn hadden bij hun vader. ‘De school zegt dat ze net zo graag hun vader zien als hun moeder’ zei u. En zo ging u nog even door.

Een paar weken later lag er een pracht van een beschikking in de bus die met één groots gebaar de ervaringen die ik dat jaar had opgedaan bij uw collega’s voor even teniet deden. Ik zag rechters die nog steeds niet in ouderonthechting geloven en rechters die nog maar eens een zoveelste rondje hulpverlening aanboden. Maar ook meer en meer rechters die klip en klaar schadelijk gedrag van een ouder afwijzen. Nog nooit zag ik het zo zorgvuldig en gedetailleerd gedaan als u het die middag deed.

Jaren geleden werd het schaap Dolly gekloond. We zijn nog niet aan rechters toe, maar als het zover is, dan geef ik u stiekem een duwtje naar voren.

 

Omgang

Mail Jolande ter Avest

Alle blogs

Deel:

Gerelateerd