Beste rechter, (deel a)

 
07/05/2021
Gezag

Mail Jolande ter Avest

Alle blogs

 

U zei het weer. ‘Ouders’ waar u eigenlijk ‘moeder’ zou moeten zeggen. ‘U als ouders zou beter moeten weten’. ‘U moet stoppen met elkaar te diskwalificeren’. ‘U heeft de oplossing in handen.’ ‘U moet allebei in het belang van uw kinderen stoppen met de strijd’.

Ik had mijn cliënt al gewaarschuwd dat u dit zou doen. Door over ‘ouders’ te spreken in plaats van de ouder die het betreft doet u de zaak meer kwaad dan goed. U zegt meestal: ‘ik was er niet bij, ik weet niet wat de waarheid is’. ‘Ik weet wel dat uw kinderen hier last van hebben’.

Ú zou beter moeten weten. Met uw woorden onttrekt u zich aan iedere verantwoordelijkheid voor de ontstane situatie. En toch heeft u al drie keer geoordeeld in dit dossier. Het zoveelste rondje hulpverlening ingezet omdat u dan geen écht oordeel hoeft te vellen.

Ik zie mijn cliënt naast mij ineenkrimpen. Het verdriet in zijn ogen is al heel lang onmetelijk groot. Ondanks mijn waarschuwing kan hij dat ‘ouders’ maar moeilijk aanhoren. Voor hem voelt het alsof u de waarheid niet wilt zien, hem beschuldigt. En hij heeft geen idee wat hij fout doet. Hij doet ook niks fout. Ik weet dat omdat ik iedere mail, ieder gesprek in de afgelopen jaren heb gezien, gehoord of bijgewoond. Mijn cliënt valt maar één ding te verwijten en dat is dat hij meer dan anderen conflicten mijdt. Hij is duidelijk iemand van de harmonie. Inmiddels is juist hij bang voor u.

Dit in tegenstelling tot zijn voormalig echtgenote. Ze vecht voor het welzijn van hun kinderen… zegt ze. Iedereen in de rechtszaal weet dat dat niet waar is, dat zij de agressor is, maar niemand zegt het hardop. Iedereen wil ‘neutraal’ blijven. Tijdens de zittingen gaat ze ook de strijd met u aan. Ze jokte vaak aantoonbaar over zijn vaderschap, en niemand vond daar iets van. Ze wil de controle houden over háár kinderen. Ze beïnvloedt hen op een afschuwelijke manier. De relatie tussen deze vader en zijn kinderen loopt ernstige schade op. En u? U zet nóg eens een rondje hulpverlening in. Vader heeft het nakijken. Een vader die niks fout deed en toch steeds weer door u wordt veroordeeld tot tweederangs ouder.

Beste rechter, u bent geen toeschouwer. U zou zich ook niet zo moeten gedragen. U bent er om actief de rechten van kinderen te beschermen. U bent kinderrechter. Een heel bijzonder beroep dat gepaard gaat met bijzondere verantwoordelijkheden. En in dit specifieke geval zou u ook scheidsrechter moeten zijn.

Fluit moeder nu eindelijk eens terug. Pak die rode kaart nou eens. Hij zit ergens verstopt in uw toga. Hou op met telkens weer beide ouders een gele kaart te geven. U ziet dat daar niks goeds van komt. Er zijn hier geen ‘strijdende partijen’. Er is één ouder die de ander steeds opnieuw buitenspel zet, die grove overtredingen begaat. Keer op keer op keer. Het is uw taak dit gedrag hardop en consequent af te wijzen. Geef die strafschop nou maar. Leg die bal maar op de stip. Het is inmiddels blessuretijd. Er zijn kinderen die rekenen op u.

 

Gezag

Mail Jolande ter Avest

Alle blogs

Deel:

Gerelateerd