Soms krijg je een attentie van een cliënt die tevreden is. Niet nodig, maar het wordt door mij uiteraard erg gewaardeerd. Vandaag kwamen twee ouders mij een doosje met taartjes brengen. Ze kregen gisteren het oordeel dat de rechtbank de verlenging van de ondertoezichtstelling van hun kindje had afgewezen. Zelden twee cliënten zo blij gezien.

Hun kindje was kort na de bevalling uit huis geplaatst. In mijn ogen alleen omdat beide ouders (licht) verstandelijk beperkt zijn. Ze kregen niet de kans hun kindje te verzorgen op basis van vooroordelen. Twee weken later zette de rechtbank dit recht door het kindje per direct weer terug te plaatsen bij ouders. Dat was al een heel groot feest. De ondertoezichtstelling bleef, en daar verzetten ouders zich ook niet tegen.

Inmiddels is het kindje 6 maanden oud en gaat het prima met wat hulp. Jeugdzorg wilde ‘voor de zekerheid’ toch de ondertoezichtstelling verlengen. Gelukkig is een ondertoezichtstelling daar niet voor. Dat vond de rechtbank ook. Een beetje ouder weet immers dat je als ouder geen zekerheid hebt. Ook niet als je geen extra uitdagingen hebt op medisch gebied. Ook dan maak je fouten en doe je het niet altijd goed. Dat hoeft ook helemaal niet. De rechter verwoordde tijdens de zitting prachtig hoeveel vertrouwen ze had in deze ouders. Ouders moesten beiden huilen van opluchting en trots. Zelden zag ik ouders zo groeien in hun rol.

Soms gaan er stemmen op (en het gebeurt ook in de praktijk) dat bij jongeren met een verstandelijke beperking preventief aan geboortebeperking zou moeten worden gedaan omdat ze niet voor een kind zouden kunnen zorgen. Daarmee zou je uithuisplaatsing van kinderen kunnen voorkomen. Hoewel ik de wens snap, vind ik het ook een heel kwalijke en gevaarlijke ontwikkeling die een zware inbreuk maakt op een heel belangrijk mensenrecht. Soms gaat het inderdaad niet goed en is geboortebeperking de enige oplossing. Maar soms, zoals in dit geval, kunnen ouders dit wel en is het prachtig om te zien met hoeveel aandacht en inzet dit gepaard gaat.

Ik denk wel eens dat we teveel perfectie willen. Zowel van kinderen als van ouders. Raar eigenlijk, ik ben ze namelijk nog niet tegengekomen, die perfecte ouders. Ook niet in mijn eigen omgeving. Ik prijs me daar gelukkig mee. Mijn cliënten zullen hun leven lang tegen de vooroordelen moeten opboksen die we als maatschappij hebben over mensen met een beperking. Dat maakt hun opdracht als ouder een stuk lastiger dan die van mij.

 
 
 

De procedure, een ondertoezichtstelling, was simpel. Iedereen wist wat u zou gaan beslissen. U gaf mij het woord en na minder dan twee minuten onderbrak u mij en zei u bits dat u het raadsrapport had gelezen. Ik gaf aan dat ik deze zitting had voorbereid met cliënte en nog twee minuten nodig had. U rolde nog nét niet met uw ogen. Ik hield wijselijk mijn mond. Na de zitting vroeg mijn cliënte teleurgesteld of het altijd zo ging. Ze concludeerde: ‘ze wilde niet luisteren’.

Wat u te weinig beseft is dat voor cliënten dat halve uurtje heel belangrijk is. Zéker als het over kinderen gaat. Ze slapen er niet van. Het is hún half uur. En soms is het nodig dat cliënten in die statige rechtszaal iets horen dat voor hun belangrijk is.

Ik zou het dus op prijs stellen wanneer u mij mijn werk laat doen, óók als wat ik zeg u niet interesseert. Als u namelijk het vertrouwen in mij ondermijnt ben ik minder effectief ná een zitting. En hoe belangrijk uw beslissingen ook zijn, wat partijen na uw beslissing zelf gaan doen is soms veel belangrijker. Dus heb alstublieft wat geduld, u beseft soms niet wat er verder nog speelt.

Ik heb als advocaat niets dan respect voor uw toga. Ik, maar vooral ook cliënten, verdienen van u net zoveel respect voor die van mij.